Voedselallergie

De klachten die uw kind kan krijgen door een voedingsallergie lopen erg uiteen. De verschijnselen treden meestal op binnen een half uur tot twee uur na het eten. Verschijnselen die bij een voedingsallergie kunnen optreden zijn:

• huid, slijmvliezen: jeuk (handpalmen, voetzolen en schaamstreek), roodheid, galbulten, oedeem (vocht vasthouden), dikke tong, dikke keel, jeuk in de mond en oren
• maagdarmkanaal: overgeven, acuut braken, acute buikkrampen, acute diarree
• luchtwegen: verstopte neus of loopneus, benauwdheid
• bloedvaten: bloeddrukdaling, bewustzijnsverlies

Om een voedselallergie te ontwikkelen voor een bepaald voedingsmiddel moet het lichaam van uw kind er eerst mee in aanraking komen. Het afweersysteem denkt dat het voedingsmiddel een schadelijke stof is en maakt IgE-antistoffen. Dit heet sensibilisatie.

Van de kinderen bij wie een test uitwijst dat ze allergisch zijn voor een voedingsmiddel (een positieve test), heeft de helft geen last van het eten van het voedingsmiddel. Deze kinderen hebben geen voedselallergie, maar er is wel sprake van sensibilisatie. Hoe dit komt is niet bekend.

Uw kind heeft een voedselallergie als de allergietest positief is én uw kind klachten heeft na het eten van het voedingsmiddel. Telkens als uw kind het voedingsmiddel eet, krijgt uw kind klachten, doordat het lichaam het voedingsmiddel herkent als een schadelijke stof. Er komen dan stoffen vrij die de allergische klachten veroorzaken. De bekendste van deze stoffen is histamine.
 
Uw kind heeft dus pas een voedselallergie als er sprake is van de volgende drie punten:

• het afweersysteem van uw kind heeft IgE-antistoffen gemaakt tegen bepaald voedsel
• deze antistoffen zorgen in het lichaam van uw kind voor een allergische reactie
• uw kind krijgt klachten na het eten van het voedingsmiddel

Welke voedingsmiddelen?

Voedingsmiddelen waar veel kinderen een allergie voor hebben, zijn bijvoorbeeld:

• koemelk
• kippenei
• pinda
• noten
• appel

We kunnen vaststellen of uw kind een voedselallergie heeft met de volgende onderzoeken:

• Bloedonderzoek: het bloedonderzoek kan uitwijzen tegen welke allergenen uw kind allergische afweerstoffen maakt. Het laboratorium bekijkt of in het bloed allergische afweerstoffen (IgE) aanwezig zijn tegen verschillende allergenen.
• Huidtesten (pricktesten): als uw kind klachten heeft die passen bij hooikoorts, allergie voor dieren, huisstofmijt of voeding, kunnen we een skinpricktest doen. Bij dit onderzoek brengen we een testvloeistof via een druppel in de huid van uw kind aan, meestal op de rug. Meestal doen we meerdere huidtesten tegelijk. Uw kind moet hiervoor een paar minuten stilzitten. Na een kwartier worden de reacties afgelezen. Een ‘positieve’ reactie uit zich in een jeukende bult, die na vijftien tot twintig minuten maximaal is en daarna geleidelijk wegtrekt.

Bij een vermoeden van voedselallergie doen we eerst een bloedonderzoek en/of huidtest. Beide testen kunnen bij kinderen al vanaf de geboorte worden uitgevoerd. Helaas zijn deze testen bij 50 tot 70 procent van de patiënten vals-positief. De uitslag van het bloedonderzoek en de huidtest is dan weliswaar positief, maar uw kind heeft geen acute klachten bij het eten van de voedingsstof. Er is dan geen sprake van voedselallergie en uw kind hoeft geen dieet te volgen. Wij adviseren in zo’n geval juist om het voedingsmiddel regelmatig te geven.

Wijzen de bloed- en huidtest op een voedingsallergie, dan volgt vaak een provocatietest. Deze levert het uiteindelijke bewijs.

• Provocatietest: bij een provocatietest krijgt uw kind krijgt het voedingsmiddel toegediend waarvoor het waarschijnlijk allergisch is. Het kan gaan om koemelk, kippenei, soja, hazelnoot of pinda. Uw kind komt voor de provocatietest voor dagopname naar het ziekenhuis. Soms brengen we voor de veiligheid een infuus aan: bij een te hevige allergische reactie kunnen we direct geneesmiddelen toedienen om de reactie af te remmen.

Dieet

Voedselallergie is niet te genezen met medicijnen. De behandeling bestaat uit het weglaten van de voedingsbestanddelen die de klachten veroorzaken. Uw kind moet dit dieet altijd volgen.

Als duidelijk is welke voedingsmiddelen de klachten van uw kind veroorzaken, dan kan uw kind beginnen met de dieetbehandeling. Gaat het om een of twee voedingsmiddelen, dan is dit te overzien. Maar gaat het om meer voedingsmiddelen, of om belangrijke voedingsmiddelen die lastig te vervangen zijn, zoals koemelk, dan is het zinvol een diëtist in te schakelen. De voeding moet immers, ondanks de dieetbeperkingen, alle stoffen bevatten die nodig zijn voor het lichaam van uw kind om goed te functioneren. De diëtist kan ook variaties met u bespreken of hoe u en uw kind met het dieet kunnen omgaan tijdens vakanties.

Samen met de behandelend arts en diëtist kunt u nagaan hoe strikt uw kind het dieet moet volgen en wat de risico’s zijn.

Wat hoort er bij dit ziektebeeld

• Polikliniek Allergologie
• Verpleegafdeling Dagbehandeling (Kameleon)
• Verpleegafdeling Panda

Relevante websites

Zorgkosten