Een onderzoek in een ziekenhuis kan een ingrijpende gebeurtenis zijn. Wij vinden het belangrijk u en uw kind hierbij goed te begeleiden. Uw kind voelt zich misschien niet goed of heeft zelfs pijn. Het krijgt te maken met verschillende behandelaars en allerlei medische termen.
Deze informatie is bedoeld om uw kind voor te bereiden op het onderzoek. Maar ook om ú te informeren over wat er gaat gebeuren. Begrijpelijke informatie is van groot belang. Als je weet wat je te wachten staat, geeft dat een gevoel van zekerheid en vertrouwen.
Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. De arts bespreekt de volgende zaken met u, en als het mogelijk is ook met uw kind:
Waarom uw kind dit onderzoek krijgt
Hoe we dit onderzoek doen
Thuis stellen kinderen vaak meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. Deze informatie helpt u daarbij. U weet het best welke informatie uw kind begrijpt en emotioneel kan verwerken.
Lees de informatie éérst zelf. Zorg dat u goed weet wat er gaat gebeuren. U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Of uw kind leest de tekst zelfstandig. Bespreek in elk geval samen of alles duidelijk is.
Verderop in deze tekst staat hoe u uw kind kunt voorbereiden en begeleiden bij het onderzoek.
CT-scan
Binnenkort kom je naar het ziekenhuis voor een CT-scan. Dat is een onderzoek om de binnenkant van je lichaam zichtbaar te maken met behulp van röntgenstralen.
Met een CT-scan onderzoekt de dokter de oorzaak van jouw klachten.
CT betekent: Computer Tomografie.
- Tomo is een Grieks woord, het betekent hier: een foto van een deel, van een plakje.
- Grafie betekent hier: het zichtbaar maken van foto’s op het beeldscherm van een computer.
Wat is een CT-scan
- Bij een CT-scan wordt er een serie foto’s gemaakt van de binnenkant van je lichaam: röntgenfoto’s.
- Van die foto’s maakt de computer plaatjes, waarop de dokter je organen of lichaamsdelen van alle kanten kan bekijken. Van binnen en van buiten.
De dokter vertelt van welke organen of lichaamsdelen hij een CT-scan maakt.

Het scanapparaat maakt de foto’s met behulp van röntgenstralen. Dat zijn een soort sterke lichtstralen. Met het blote oog zie je röntgenstralen niet. Maar ze gaan dwars door je kleren en je huid heen.
Van botten kan je goed röntgenfoto’s maken omdat ze hard en stevig zijn. Je ziet dan een mooie witte afdruk op de röntgenfoto. In je lichaam zitten ook delen die zacht en soepel zijn, bijvoorbeeld de organen in je buik. Als je een gewone röntgenfoto van je buik maakt, zie je niet veel. Alles is dan grijs, omdat röntgenstralen door organen heen gaan. Door contrastvloeistof te gebruiken, maken we deze delen in je lichaam ook zichtbaar.
Een CT-scan is alleen een onderzoek. Je wordt er niet beter van. Er worden een heleboel foto’s gemaakt. Die foto’s kun je vergelijken met plakjes kaas. Als je ze op elkaar legt, heb je weer een hele kaas. Op al die foto’s bij elkaar kan de dokter je lichaam van binnen bekijken.
Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Een CT-scan maken doet geen pijn.
Bij een CT-scan worden heel veel röntgenstralen gebruikt. We willen daarom zo weinig mogelijk mensen in de kamer. We vragen daarom of je vader en moeder willen wachten op de gang. Als je dat heel vervelend vindt moet je dat zeggen. Kinderen ouder dan 12 jaar kunnen dit onderzoek meestal heel goed alleen doen. Je kunt de persoon die het onderzoek doet zien door het raam. Ook kan je met hem of haar praten via een microfoon.
Het onderzoek vindt plaats op de afdeling Radiologie.
Dit noemen we ook wel de röntgenafdeling.
Locatie WKZ – 1e verdieping – receptie 18.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Vóór de CT-scan
Wat moet je van tevoren weten?
- Vanaf twee uur vóór het onderzoek mag je niets eten of drinken, je moet nuchter zijn.
- Metalen voorwerpen kunnen de CT-scan verstoren, draag dus bijvoorbeeld geen sieraden.
- Voor een CT-scan moet je heel goed stilliggen.
- Als de CT-scan van je hoofd gemaakt wordt krijg je een zachte band om je hoofd om te helpen je hoofd stil te houden.
- Soms wil de dokter contrastvloeistof gebruiken om je organen of lichaamsdelen beter te kunnen zien op de CT-scan. Als dat nodig is krijg je een infuus. Wat een infuus is, staat verderop uitgelegd.
Voor ouders: Zwanger
Bent u zwanger? Meld dit dan vóór het onderzoek bij de medewerkers van de afdeling Radiologie. In principe is uw kind alleen met de laborant tijdens de CT-scan. Als u verwacht dat dit problemen op gaat leveren, neem dan iemand mee waar uw kind ook vertrouwen in heeft.
Wat doen wij vóór het onderzoek begint?
Als de dokter gezegd heeft dat je contrastvloeistof krijgt, dan krijg je een infuus. Het infuus blijft tijdens het onderzoek zitten.
Wat is een infuus?
Je krijgt een infuus. Dit is om de (slaap) medicijnen te kunnen geven en soms ook om bloed af te nemen. Je krijgt een prik in je hand of je arm. Na die prik blijft er een dun, plastic buisje in je bloedvat zitten. Dit noemen we een infuus. Via dat buisje komen de medicijnen in je lichaam. Ook kunnen we via het infuus bloed afnemen. Een prik kan pijn doen. We kunnen een spray op je huid spuiten waardoor je op die plaats minder voelt; de huid wordt verdoofd. De spray ruikt naar banaan en noemen we dan ook vaak bananenspray. Hij voelt alleen een beetje koud aan. Als de bananenspray is ingewerkt, voel je minder van de prik. Als het infuus goed zit krijg je een spalk. Dit is een soort plankje dat we met pleisters en verband vastmaken onder je arm. Dit helpt om je arm recht te houden.
Wil je meer weten over een infuus? Kijk dan op www.hetwkzkind.nl of vraag meer informatie over het infuus.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Hoe wordt de CT-scan gemaakt?
De scan wordt gemaakt door een laborant. De laborant vertelt steeds wat hij of zij doet. Je mag altijd vragen stellen als je meer wilt weten.
De foto’s worden gemaakt met een groot apparaat. In het midden zit een grote ronde opening. Je ligt op je rug op een lange smalle onderzoekstafel. De tafel schuift langzaam door een soort grote ring. Het lijkt een korte tunnel. In die ring zit het fotoapparaat.
Stukje voor stukje, foto voor foto, schuift de tafel er doorheen. Als de tafel gaat schuiven vragen we je adem in te houden.
Je hoort een zoemend geluid als het apparaat foto’s maakt. Je ziet rode lichtjes. Het is belangrijk dat je dan helemaal stil blijft liggen en je adem inhoudt. Anders mislukken de foto’s.
De laborant zit achter een raam. Via een microfoon kan hij of zij met je praten. De laborant ziet de foto’s op een beeldscherm. Je kunt de foto’s zelf niet zien.
Als dat nodig is spuiten we via het infuus contrastvloeistof in en starten met het maken van de foto’s. We vragen je dan om je adem in te houden. Door het inspuiten van de contrastvloeistof krijg je misschien een warm gevoel door je hele lichaam. Soms krijg je ook een rare smaak in je mond. Of je hebt het gevoel dat je moet plassen. Dit gaat allemaal weer over.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Na de CT-scan
Tien minuten na het onderzoek haalt de laborant het infuus er uit. Je mag gelijk terug naar huis of naar de afdeling. Het is belangrijk dat je na het onderzoek extra drinkt. Daardoor verdwijnt de contrastvloeistof sneller uit je lichaam.

De uitslag
De uitslag krijg je van de dokter die de CT-scan aanvraagt. Dat gebeurt tijdens de eerstvolgende afspraak. De dokter bespreekt met jou en je ouders wat er op de scan te zien is.
Bijwerkingen
Je kunt diarree krijgen van de contrastvloeistof. Dat gaat vanzelf weer over.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties. Bij een CT-scan komen complicaties zelden voor.
Tips
Neem iemand mee naar het onderzoek. Hij of zij kan je helpen als je bang bent of pijn hebt. Hieronder staan meer tips. Bespreek van tevoren wat jij graag wilt. Bedenk dat je stil moet liggen. Je kunt ook niet veel praten, omdat je dan beweegt.
- Doe je ogen dicht en probeer aan iets leuks te denken.
- Probeer zoveel mogelijk te ontspannen: doe voor het onderzoek samen een ontspanningsoefening. Bijvoorbeeld afwisselend spieren aanspannen en ontspannen.
- Gebruik je Mijn Ziekenhuispaspoort*? Zorg er dan voor dat je jouw wensen doorgeeft..
- Gebruik je Mijn Ziekenhuispaspoort* niet? Bedenk dan van tevoren wat jij wilt. Bijvoorbeeld wel of niet verdovende zalf voor het infuusprikken. Bedenk ook alvast wat jou dan helpt. Bijvoorbeeld kijken/niet kijken. Of tellen.
- Heb je ergens last van? Heb je pijn? Of lig je bijvoorbeeld niet goed? Vertel dit dan altijd. Dan kijken we wat we daar aan kunnen doen.
- Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen.
Wil je meer weten?
Kijk dan op:
www.hetwkzkind.nl
www.umcutrecht.nl
www.kindenziekenhuis.nl
www.jadokterneedokter.nl
Heb je nog vragen?
- Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
- Voor vragen over een CT-scan kun je bellen met de afdeling Radiologie: telefoonnummer 088 75 546 09
- Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
- Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 75 754 24
- Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
- Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 - 14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
- Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
Hoe kunt u uw kind voorbereiden
Hieronder staan algemene adviezen. U kunt zelf inschatten wat bij uw kind past.
- Kies een rustig moment voor de voorbereiding. Bijvoorbeeld niet vlak voor het slapen gaan. Zorg dat er tijd is voor uw kind om vragen te stellen.
- Begin bij jonge kinderen niet te vroeg met voorbereiden. Ze hebben een ander tijdsbesef dan volwassenen. Jonge kinderen leven in het ‘hier en nu’. Een paar dagen van tevoren is meestal vroeg genoeg. Zorg wel dat er voldoende tijd is om er nog eens op terug te komen. Herhaling is belangrijk. Bij oudere kinderen kunt u wat eerder beginnen.
- Laat uw kind de informatie navertellen aan uzelf of aan anderen. Zo merkt u of alles begrepen is.
- Vraag hoe uw kind tegen het onderzoek aan kijkt en hoe het zich voelt. Uw kind kan bang zijn of pijn hebben. Bespreek thuis alvast wat uw kind kan helpen. Bijvoorbeeld een hand vasthouden of een mobiele telefoon om muziek mee te luisteren.
- Betrek de andere kinderen van het gezin bij de voorbereiding. Dan weten zij ook wat er met hun broertje of zusje gaat gebeuren.
Wat vertelt u en hoe
- Kies woorden die uw kind begrijpt, vertel zo eenvoudig mogelijk. Sluit aan bij zijn/haar belevingswereld.
- Vraag wat uw kind al weet over het onderzoek.
- Let erop dat uw kind de informatie goed begrijpt en verwerkt. Vooral jonge kinderen kunnen gaan fantaseren over het ziekenhuis.
- Geef vooral bij jonge kinderen niet alle informatie tegelijk.
- Leg geen nadruk op nare dingen, maar vertel er wel eerlijk over.
- Vertel alleen over wat uw kind bewust meemaakt tijdens het onderzoek. Dus over alles wat het ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft.
- Laat dingen zien als u over het ziekenhuis vertelt. Doktersspulletjes bijvoorbeeld. Of gebruik boeken en internet. Via www.hetwkz-kind.nl kan uw kind alvast een kijkje nemen in het ziekenhuis.
Hoe kunt u uw kind begeleiden
Ga met uw kind mee naar het onderzoek. Of vraag een ander vertrouwd persoon om mee te gaan. Dat geeft steun en veiligheid. U kunt voor afleiding zorgen. Bespreek thuis al hoe u dat het beste kunt doen.
Neem lievelingsspeelgoed, een knuffel en/of een (voorlees)boek mee.
U mag verwachten dat tijdens het onderzoek duidelijk wordt verteld wat er gebeurt. Stel gerust vragen als u of uw kind iets niet begrijpt.
Hebt u extra advies nodig voor de voorbereiding of begeleiding van uw kind? Dan kunt u contact opnemen met een pedagogisch medewerker van het WKZ, via het Secretariaat Pedagogische Zorg:
- Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 75 754 24
- Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
- Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 - 14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
Tips voor uzelf
- Blijf tijdens het onderzoek zo rustig mogelijk. Dat maakt uw kind ook rustiger.
- Richt uw aandacht op uw kind. Zorg dat uw kind er ook bij betrokken blijft als u met de arts of verpleegkundige praat. Zo geeft u uw kind de aandacht die het nodig heeft.
- Een goede voorbereiding zorgt voor minder spanning en onverwachte situaties. Toch kan uw kind zich anders gedragen dan u verwacht of gewend bent. Uw kind kan stil worden, of juist druk, of huilerig. Thuis of tijdens het onderzoek. Geef hier aandacht aan en maak het bespreekbaar. Uw kind voelt zich daardoor gesteund en begrepen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de afdeling radiologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Radiologie
Telefoonnummer: 088 755 88 55 De polikliniek is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.